
Jurisprudentie
AO4397
Datum uitspraak2004-02-25
Datum gepubliceerd2004-02-26
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200305897/1
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2004-02-26
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200305897/1
Statusgepubliceerd
Indicatie
Bij besluit van 23 januari 2002 heeft het dagelijks bestuur van het stadsdeel ZuiderAmstel van de gemeente Amsterdam (hierna: het dagelijks bestuur) de aanvraag van appellant voor een tweede bewonersparkeervergunning afgewezen.
Uitspraak
200305897/1.
Datum uitspraak: 25 februari 2004
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 27 augustus 2003 in het geding tussen:
appellant
en
het dagelijks bestuur van het stadsdeel ZuiderAmstel van de gemeente Amsterdam.
1. Procesverloop
Bij besluit van 23 januari 2002 heeft het dagelijks bestuur van het stadsdeel ZuiderAmstel van de gemeente Amsterdam (hierna: het dagelijks bestuur) de aanvraag van appellant voor een tweede bewonersparkeervergunning afgewezen.
Bij besluit van 4 juni 2002 heeft het dagelijks bestuur het daartegen door appellant gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 27 augustus 2003, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank Amsterdam (hierna: de rechtbank) het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft appellant bij brief van 4 september 2003, bij de Raad van State ingekomen op dezelfde dag, hoger beroep ingesteld. De gronden zijn aangevuld bij brief van 8 oktober 2003. Deze brieven zijn aangehecht.
Bij brief van 2 oktober 2003 heeft het dagelijks bestuur van antwoord gediend.
Na afloop van het vooronderzoek zijn nadere stukken ontvangen van appellant. Deze zijn aan de andere partij toegezonden.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 22 januari 2004, waar het dagelijks bestuur, vertegenwoordigd door mr. M.A. de Boer, ambtenaar der gemeente, is verschenen. Appellant is met bericht niet verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Hetgeen appellant in hoger beroep aanvoert komt geheel overeen met hetgeen hij ook in eerste instantie heeft aangevoerd.
De rechtbank heeft terecht en op goede gronden geoordeeld dat het stadsdeelbestuur op grond van de geldende regelgeving gehouden was de aanvraag voor een tweede bewonersparkeervergunning af te wijzen. In de door appellant aangevoerde bijzondere omstandigheden ziet de Afdeling in navolging van de rechtbank geen grond voor het oordeel dat het dagelijks bestuur toepassing had moeten geven aan de in de regelgeving opgenomen hardheidsclausule.
2.2. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. W. van den Brink, Lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. S.C. van Tuyll van Serooskerken, ambtenaar van Staat.
w.g. Van den Brink w.g. Van Tuyll van Serooskerken
Lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 25 februari 2004
290.

